BEELDVERSLAG DEN HAAG
Dan Haag heeft een hele grote verzameling beelden in het centrum staan. Beelden waar mensen heel vaak bij langs lopen en er vaak amper op letten
toch wilde ik hier verandering op aanbrengen en heb ik er velen in de binnenstad willen fotograferen. Eerst ontbrak mij de titels. Ik plaatste een aantal foto's toen op de facebooksite: foto,s van den haag nu
Later kwam ik er achter dat er vloertegels zijn waarop de naam van de makers staan en fotografeerde ik ook de vloertegels.
FILMPJE MET
CHISTIEN RIJNSDORP, MET DE HEF
PETER STRUYKEN
Hier dus een filmpje over de totstand koming van het zogeheten "Sokkelplan beeldengalerij Den Haag"
KUNSTENAARS:
STIEN RIJNSDORP
PETER STRUYKEN
CHISTIEN RIJNSDORP : DE HEF
CAREL VISSER : ZT
RIEN MONSHOUWER : BEELD
GABRIEL LESTER BAMBAA TAA
INGRID MOL : BINNENSTADGODEN
EMO VERKERK
MICHAEL JACKLIN : ZT
GIJS ASSMAN : THE HE AND THE SHE AND THE IS OF IT
HANS VAN BENTEM : SPACE DUCK RACER
FOLKERT DE JONG : DUTCH MECHANISMS
SJOERD BUISMAN : PHILLOTAXIS DEN HAAG
ADAM COLTON :
TONY VAN DE VORST : VRIENDINNEN
KAREL APPEL: MORGEN-WANDELING
FEMKE VAN WIJK : HEAVEN HOLDS A SENSE OF WONDER
GERT GERMERAAD : MANSPORTRET
PEARL PERLMUTTER : SCHAPEMAN
PETER OTTO : TWISTED TOTEM
JAN SNOECK
MARC RUYGROK : EN / OF
FEMMY OTTEN :"AND LIFE IS OVER THERE"
ANDRE VAN DE WIJDEVEN : I LOVE JR
ATELIER VAN LIESHOUT : VEELHOOFD
De maker van dit opvallende ROZE PISTOOL is dus Andre van de Wijdeven
Carel Visser is dus nog mijn docent geweest op de AKI in Enschede. Hij is een bekend Nederlands beeldhouwer, maar ik weet goed dat hij altijd te laat in Enschede aankwam. Soms hebben we wel langer dan een uur moeten wachten. Maar kwam hij er dan was het heel bijzonder en gaf hij heel erg goed les. Ik genoot van zijn lessen. Eigenlijk veel meer dan van zijn beelden, maar dat is natuurlijk persoonlijk.
JAN SNOECK " LA NOSTALGIE DE LA LUMIÈRE TOTALE "
(DE NOSTALGIA VAN HET TOTALE LICHT)
Paul Éluard, pseudoniem van Eugène Émile Paul Grindel, (Saint-Denis, 14 december 1895 – Parijs, 18 november 1952) was een Frans dichter. Éluard is een van de bekendste Franse surrealisten.
Jan Snoeck, La nostalgie de la lumière totale, Paul Eluard, 2000 Centrum Den Haag: Spui - Grote Marktstraat - Kalvermarkt Herkenbaar en toegankelijk dat zijn de beelden van Jan Snoeck (1927). Iedereen kent zijn wormvormige figuren. Hij heeft er in de loop van zijn carrière vele gerealiseerd op de pleinen en in de straten van ons land. In het begin heeft Snoeck nog beelden van steen, hout en metaal gemaakt. Soms zijn dat abstracte sculpturen, maar soms ook haast figuratieve beelden, zoals zijn 'Rasp' in Den Haag. Sinds de jaren zestig werkt hij in klei. De beeldhouwer stapte op dit materiaal over omdat hij graag met kleur wilde werken. Kenmerkend voor de beeldtaal die Snoeck heeft ontwikkeld, is de eenvoud. Hij brengt alle dingen terug tot hun essentie. Inspiratie hiervoor vindt Snoeck bijvoorbeeld in de archaïsche, Griekse en Egyptische sculptuur. Daarnaast voelt hij zich verwant met de oude Amerikaanse beschavingen. In de textiel, schilderkunst en grafiek die Snoeck gemaakt heeft, kom je een vergelijkbare beeldtaal tegen als in zijn beelden: zachte, heldere vormen en veelal primaire kleuren. Op het moment dat Snoeck in klei ging werken, ontstond direct een thema dat als een rode draad door zijn oeuvre is blijven lopen: de worm. Ook in zijn sokkelbeeld komt deze vorm voor. De worm is de meeste rudimentaire vorm die je in klei kunt maken. Het is een oervorm die voor Snoeck naar de mens verwijst en tegelijkertijd naar het goddelijke. Net als de mens liggen, staan, zitten en lopen de wormen. De worm voor het sokkelbeeld zit comfortabel op een stoel.
De beeldhouwer koos voor zijn sokkelbeeld de poëtische benaming: La nostalgie de la lumière totale (letterlijk: de nostalgie van het totale licht) als titel. Het blijkt een regel uit een gedicht van Snoecks geliefde Franse schrijver/dichter Paul Eluard. Net als in zijn overige werk draait het voor Snoeck in dit sokkelbeeld uiteindelijk om de essentie van de mens.
Jan Snoeck, La nostalgie de la lumière Totaal, Paul Eluard, 2000 Center of The Hague: Spui - Grote Marktstraat - Kalvermarkt Recognizable and accessible are the images of Jan Snoeck (1927). Everyone knows their worm-shaped figures. In the course of his career he has realized many in the squares and on the streets of our country. In the beginning Snoeck made sculptures of stone, wood and metal. Sometimes these are abstract sculptures, but sometimes also almost figurative images, such as his 'Grater' in The Hague. He has been working in clay since the 1960s. The sculptor switched to this material because he wanted to work with color. Characteristic of the visual language that Snoeck has developed is its simplicity. He reduces all things to their essence. Snoeck finds inspiration for this in archaic, Greek and Egyptian sculpture, for example. In addition, he feels related to the ancient American civilizations. In the textiles, painting and graphics that Snoeck has made, you encounter a similar visual language as in his images: soft, clear shapes and mostly primary colors. The moment Snoeck started working in clay, a theme immediately arose that continued to run through his oeuvre: the worm. This shape also occurs in its plinth image. The worm is the most rudimentary form you can make in clay. It is a primal form that for Snoeck refers to man and at the same time to the divine. Like humans, the worms lie, stand, sit and walk. The worm for the base image sits comfortably on a chair.
For his pedestal image, the sculptor chose the poetic name: La nostalgie de la lumière overall (literally: the nostalgia of total light) as title. It appears to be a line from a poem by Snoeck's beloved French writer / poet Paul Eluard. As in his other work, for Snoeck this pedestal image is ultimately about the essence of man.
kunstenaar PETER OTTO werkt met verhalen
Peter Otto, Twisted Totem, 2004 Centrum Den Haag: Spui - Grote Marktstraat - Kalvermarkt. Een vreemd bronzen wezen met opmerkelijk herkenbare attributen. Meerduidig en tegelijk onduidelijk, dat is voor een beschouwer irritant aan het beeld 'Twisted Totem' van Peter Otto (1955) in het Haagse centrum.Otto wilde juist een beeld maken dat ‘openlijk aanzet tot bespotting of bespuwing, waar men tegenaan kan wateren of, zoals in Mekka, steentjes tegenaan kan gooien om de Satan te verdrijven. Een beeld dat toegang biedt tot imperfectie en onvoltooidheid, dat gelegenheid biedt een wens te doen of een bloem te leggen. Vandaar de details met een mok, een bordje (offers voor goden en voorouders), de wandelkruk voor de verlamde voet, het geweer dat geen geweer wordt, maar een handgebaar, een lange neus misschien.' De kunstenaar maakte dit sokkelbeeld als een reactie op de vele beelden in de openbare ruimte die een gebeurtenis of persoon markeren, die dienen ter herinnering, verering of herdenking of die er alleen ter verfraaiing staan. Het werk is geïnspireerd op de zogenoemde ‘Sprekende Beelden' in Rome. Daar zijn al vanaf de 16e eeuw sculpturen in straten en op pleinen aanwezig waar de stedelingen hun kritiek op de politiek en de maatschappij in de vorm van gedichten en teksten kunnen spuien. Putte Otto in zijn vroege schilderijen inspiratie uit het ‘Wilde Schilderen' van kunstenaars als Georg Baselitz en Markus Lüpertz, halverwege de jaren tachtig raakte hij meer onder de indruk van het werk van de Amerikaanse schilder Philip Guston (1913-1980). Otto koestert vooral bewondering voor de radicale wijze waarop Guston klassieke thema's met beelden uit de alledaagse cultuur combineerde. Net als bij Guston komen bij Otto zijn kennis van de kunstgeschiedenis, de hardheid van de realiteit en alledaagse trivialiteiten samen. Het resultaat is een intrigerende wereld waarin orde en chaos, goed en kwaad naast en door elkaar bestaan: 'Twisted Totem'
Peter Otto, Twisted Totem, 2004 Center The Hague: Spui - Grote Marktstraat - Kalvermarkt. A strange bronze creature with remarkably recognizable attributes. Ambiguous and at the same time unclear, that is irritating to a viewer 'Twisted Totem' by Peter Otto (1955) in the center of The Hague. Otto wanted to make an image that 'openly encourages mockery or spitting, against which one can water or , as in Mecca, can throw stones to drive out Satan. An image that provides access to imperfection and incompleteness, which offers an opportunity to make a wish or to lay a flower. Hence the details with a mug, a plate (offerings for gods and ancestors), the walking stool for the paralyzed foot, the rifle that does not become a rifle, but a hand gesture, perhaps a long nose. " The artist created this pedestal image as a reaction to the many images in public space that mark an event or person, which serve as a reminder, worship or commemoration or which are only for embellishment. The work is inspired by the so-called "Talking Pictures" in Rome. There have been sculptures in streets and squares since the 16th century, where the townspeople can express their criticism of politics and society in the form of poems and texts. In his early paintings Otto drew inspiration from the 'Wild Painting' by artists such as Georg Baselitz and Markus Lüpertz, in the mid-eighties he became more impressed by the work of the American painter Philip Guston (1913-1980). Otto particularly admires the radical way in which Guston combined classical themes with images from everyday culture. Just like Guston, Otto's knowledge of art history, the harshness of reality and everyday trivialities come together. The result is an intriguing world in which order and chaos, good and evil coexist and intertwine: 'Twisted Totem'
Maak jouw eigen website met JouwWeb